Trump Vrijstelling Voor Tech Apparaten en Tarieven

In een opvallende wending van het handelsbeleid heeft de Trump-administratie aangekondigd dat smartphones, computers en verschillende andere elektronische apparaten worden vrijgesteld van de nieuwe hoge tarieven op Chinese import, die soms oplopen tot 125%.
Volgens een formele mededeling heeft de U.S. Customs and Border Protection bevestigd dat deze goederen niet onder de wereldwijde 10% invoertarieven van president Trump vallen, noch onder de hogere tarieven die specifiek op China gericht zijn. Deze beslissing kan worden gezien als een belangrijke terugtocht in de voortdurende handelsoorlog met China, en wordt door analisten als een mogelijke keerpunt beschreven. Een handelsexpert noemde deze actie een 'game-changer'.
Tijdens zijn bezoek aan Miami over het afgelopen weekend vertelde Trump aan journalisten dat hij aan het begin van de week meer details zou bekendmaken. Witte Huisspreker Karoline Leavitt versterkte de protectionistische boodschap van Trump in een verklaring: "President Trump heeft duidelijk gemaakt dat Amerika niet kan vertrouwen op China voor de productie van belangrijke technologieën zoals halfgeleiders, chips, smartphones en laptops," zei ze.
"Op aanwijzing van de president werken deze bedrijven er hard aan om hun productie zo snel mogelijk naar de Verenigde Staten te verplaatsen." Ondanks de vrijstelling zijn smartphones en andere apparaten nog steeds onderworpen aan een aparte 20% heffing die samenhangt met de vermeende banden van China met de fentanylhandel, aldus Stephen Miller, de plaatsvervangend stafchef van het Witte Huis voor beleid.
Schattingen geven aan dat zonder deze vrijstellingen de prijs van iPhones in de VS zelfs had kunnen verdrievoudigen. Apple, dat meer dan de helft van de smartphones in de VS verkoopt, is sterk afhankelijk van Chinese productie; ongeveer 80% van de iPhones die voor Amerikaanse consumenten bestemd zijn, wordt in China geassembleerd, terwijl de rest uit India komt.
Net als concurrent Samsung heeft Apple de afgelopen jaren actief geprobeerd zijn toeleveringsketen te diversifiëren om minder afhankelijk van China te zijn. India en Vietnam zijn belangrijke alternatieven voor productie geworden. Na de aankondiging van de tarieven heeft Apple naar verluidt de productie in India opgevoerd om mogelijke verstoringen op te vangen.
De techindustrie, die al op scherp stond vanwege de tarieven, verwelkomde deze ontwikkeling. “Dit is het droomscenario voor tech-investeerders,” zei Dan Ives, Global Head of Technology Research bij Wedbush Securities. “De uitsluiting van smartphones en chips is een game-changer op het gebied van China-tarieven.”
Andere vrijgestelde producten zijn onder meer halfgeleiders, zonnepanelen en geheugenkaarten, met terugwerkende kracht toegepast vanaf 5 april. Het Witte Huis presenteerde de vrijstellingen als een tijdelijke maatregel om bedrijven meer tijd te geven om hun productie naar de VS te verplaatsen.
Deze beslissing volgde op een turbulente week rondom de tarieven. Trump had aanvankelijk aangekondigd scherpe nieuwe heffingen in te voeren op een reeks importproducten deze week. Op woensdag kondigde hij echter een pauze van 90 dagen aan op de verhoogde tarieven voor de meeste landen, met uitzondering van China, wiens tarieven hij verhoogde tot 145%. Trump rechtvaardigde de verhoging door te wijzen op China’s bereidheid om eigen vergeldingsheffingen op Amerikaanse goederen te heffen, die naar verluidt tot 84% oplopen.
In een wending zei Trump ook dat landen die niet hadden gereageerd op de Amerikaanse tarieven nu slechts onderworpen zouden zijn aan een algemene heffing van 10% tot juli. Het Witte Huis gaf toe dat deze stap een strategische gok was om druk uit te oefenen op handelspartners om concessies te doen.
“We zullen erg specifiek zijn,” zei Trump aan boord van Air Force One. “Maar we brengen veel geld binnen. Als land brengen we veel geld binnen.”
De echte motivatie lijkt echter politiek en reactief te zijn. Onder druk van technologiebedrijven en investeerders die zich zorgen maakten over stijgende kosten, heeft de regering abrupt van koers veranderd. Leiders in de industrie hadden gewaarschuwd dat het doorberekenen van de volledige tariffdruk aan consumenten de verkoop en innovatie ernstig zou schaden, vooral omdat zoveel apparaten in China worden geproduceerd.
Tot slot, ondanks de flamboyante retoriek en onverwachte vrijstellingen, lijkt Trumps laatste tariefmanoeuvre meer op paniek dan op strategie. Na weken van pronken over economische soevereiniteit en het straffen van China, heeft zijn administratie snel teruggekrabbeld, nadat grote bedrijven alarm hadden geslagen. In plaats van een samenhangend beleid te presenteren, lijkt Trump de spelregels in het midden van het spel te veranderen, in een poging een mogelijke backlash van de techsector en stijgende consumentenprijzen te vermijden. Deze vrijstellingen zijn geen overwinning voor diplomatie of handel; ze zijn schadebeheersing. Dit is opnieuw een chaotische U-bocht die suggereert dat de president improviseert in plaats van leidt.