Is de 4% regel verouderd?

Als je bijna met pensioen bent of al met pensioen bent, is de 4%-regel je vast niet onbekend. Deze regel stelt dat je elk jaar 4% van je pensioensparen kunt opnemen, aangepast voor inflatie, en dat je geld minimaal 30 jaar meegaat.
De 4%-regel werd in 1994 geïntroduceerd door William Bengen, een financiële adviseur uit Californië. Hij analyseerde historische gegevens van de aandelenmarkt en ontdekte dat 4% een veilige opnamemethode was, ongeacht economische schommelingen, tot aan de Grote Depressie en hoge inflatie.
Maar nu, meer dan dertig jaar later, rijst de vraag: is deze regel nog steeds actueel? De investeringswereld is tegenwoordig namelijk aanzienlijk veranderd. Computers waren in de jaren negentig nog niet wijdverspreid en niemand dacht toen aan cryptocurrencies!
Ook ons leven is veranderd; mensen leven langer, wat druk uitoefent op programma's zoals Social Security. Voor sommigen is 30 jaar wellicht niet voldoende, wat gezien kan worden als geluk of pech, afhankelijk van je perspectief.
Gelukkig is William Bengen nog steeds in leven en heeft hij recentelijk zijn visie gedeeld in de Morningstar podcast 'The Long View'. Hij gaf aan dat 4% eigenlijk te conservatief is en dat gepensioneerden misschien wel op 4,5% of zelfs 5% zouden kunnen leven. Hoewel de oorspronkelijke 4%-regel een goede richtlijn is, raadt hij aan deze aan te passen op basis van jouw behoeften en levensverwachting.
Bengen deed zelfs een ‘Ask Me Anything’ op Reddit en stelde daar duidelijke richtlijnen over het opnamepercentage.
Hij merkte op dat de 4%-regel eigenlijk naar een 4,5%-regel is gemodificeerd op basis van nieuw onderzoek. Dit percentage kan je veilig opnemen uit een fiscaal voordelige portefeuille, zoals een IRA, Roth IRA of 401(k), in het eerste jaar van je pensioen, met de verwachting dat je 30 jaar met pensioen blijft.
Na het eerste jaar wordt het percentage niet meer gebruikt en verhoog je het opnamebedrag elk jaar met het inflatieniveau van het vorige jaar. Een voorbeeld: als je bij je pensioen $100.000 in een IRA hebt, is het eerste jaar een opname van $4.500. Bij 10% inflatie in het eerste jaar, zou je tweede jaar opname $4.950 zijn.
Bengen gaat ook in op het risico van de “volgorde van rendementen”, het risico dat de markt een grote daling doormaakt in de vroege jaren van je pensioen. Hij verduidelijkt dat de staat van de economie weinig invloed heeft op veilige opnamepercentages.
Twee factoren zijn belangrijk: een grote berenmarkt vroeg in je pensioen en/of hoge inflatie tijdens je pensioen. Deze factoren verlagen het veilige opnamepercentage. Zijn onderzoek, dat teruggaat tot 1926, toont aan dat de gemiddelde veilige opname voor meer dan 200 gepensioneerden maar liefst 7% is! Maar als je vroeg in je pensioen een grote berenmarkt meemaakt, kan dat dalen naar 5,25%.
Bovendien, bij hoge inflatie, zoals in de jaren '70, kan dit je terugbrengen naar 4,5%. Tot nu toe heeft hij echter geen aanwijzingen gezien dat de 4,5%-regel omvergeworpen zal worden.
De gepensioneerden van 2000 en 2007, die grote berenmarkten meemaakten in hun vroege pensioenjaren, lijken met 4,5% goed te presteren. Maar lange periodes van hoge inflatie kunnen de situatie veranderen. Volgens Bengen is inflatie de grootste vijand van gepensioneerden.
Als je “tijdshorizon” langer wordt dan 30 jaar, dan daalt het veilige opnamepercentage. Voor 35 jaar berekent hij 4,3%; voor 40 jaar 4,2%; en voor 45 jaar 4,1%. Hij heeft deze informatie in een boek uit 2006 verzameld, maar noemt dit niet verder uit respect voor het platform Reddit.
Als je van plan bent om voor altijd te leven, dan is 4% voldoende. Het is de absoluut laagste hoeveelheid die je zou moeten overwegen. Het blijft een super conservatief cijfer dat je gebruikt als je wilt dat je geld voor altijd meegaat. Dit is in de loop der jaren anders uitgelegd, maar niet door Bengen zelf.
Het is ook belangrijk te beseffen dat iedereen die denkt dat één enkel cijfer voor iedereen in elke situatie geldt, een grote fout maakt, tenzij dat cijfer zo conservatief is dat je bijna niet verkeerd kunt gaan.
De meesten begrijpen dat de 4%-regel eerder een vuistregel was. Als je nu pensioenplannen maakt voor meer dan 40 jaar, moet je veel aannames doen. De 4%-regel is nuttig om de berekeningen eenvoudiger te maken, maar was nooit bedoeld als vervanging voor een financieel plan.
Om goed voor je pensioen te plannen, moet je beginnen met een pensioenplanningstool en niet alleen op één enkel cijfer vertrouwen.
Als je met pensioen gaat, kan je pensioenvermogen een groot deel van je koopkracht bieden, maar je zult waarschijnlijk ook andere bronnen hebben, zoals Social Security en mogelijk een pensioen. Al deze factoren beïnvloeden je koopkracht en je pensioenvermogen moet het tekort aanvullen.
Als je vandaag plant, weet dan dat 4% conservatief is en dat je tot 7% zou kunnen gaan – met de goedkeuring van William Bengen. Maar zorg ervoor dat je de cijfers goed doorrekent!